Waterbuffel

De waterbuffel is Nederlands nieuwste grote grazer. Maar wat doet deze aparte soort hier eigenlijk? Hoort hij hier wel thuis? Die laatste vraag is vooral een kwestie van perspectief. Voor de eerste ijstijd, zo'n 126.000 jaar geleden, kwam de waterbuffel, net als in andere interglacialen (warme periode tussen de ijstijden in), wijdverspreid in Europa voor, óók in Nederland. De landschappen, flora en fauna waren toen grotendeels vergelijkbaar met die van nu, alleen de samenstelling van de megafauna week af.

Onze huidige flora en fauna is dus samen met de waterbuffel geëvolueerd. Tijdens de ijstijden trok de waterbuffel zich terug richting het zuidoosten van Europa, naar gebieden rondom (wat we nu kennen als) de Zwarte Zee, om vervolgens, toen het weer warmer werd, Europa opnieuw te koloniseren. Tot na de laatste ijstijd, 11.000 geleden, de huidige warme periode aanbrak: het Holoceen. Op dat moment was er iets cruciaals veranderd in Europa: de moderne mens had zijn intrede gedaan. Deze moderne mens gebruikte net als de waterbuffel rivieren zoals de Donau als zijn route om zich over Europa te verspreiden.

Waterbuffel omringd door spreeuwen in de Noordwaard

Was de mens er niet geweest, dan had de waterbuffel opnieuw in onze contreien rondgelopen. Het is de waterbuffel gelukt delen van Europa opnieuw te koloniseren, tot ongeveer de Neusiedlersee op de grens tussen Hongarije en Oostenrijk. Rond 5.000 jaar geleden verdween het dier hier weer om vervolgens in de tijd van de Romeinen zich opnieuw over Zuid-Europa te verspreiden. Deze keer niet als wilde diersoort, maar als landbouwhuisdier. Zij worden gebruikt om de rijstvelden te bewerken en zorgen voor de buffelmelk die we onder andere kennen van de buffelmozzarella. Of de waterbuffel wel of niet inheems is, is dus een kwestie van perspectief.

Waterbuffels steken kreek over terwijl hooglander toekijkt in de Noordwaard

Waterbuffels in de Noordwaard

In de Noordwaard doet FREE Nature nu voor het eerst ervaring op met jaarrondbegrazing met waterbuffels. Het dier heeft hier een duidelijke toegevoegde waarde. Juist in deze natte omgeving weet hij zich goed voort te bewegen; daar waar andere runderen zich vastlopen in de modder komt hij verder en dieper de moerassen in en weet deze structuur te geven. De waterbuffel is ook duidelijk een slag groter dan wildlevende runderen en paarden, en door zijn langere darmstelsel nog beter in staat ruw voedsel te verteren. Zo eten ze graag van het oudere riet, russen en zegges, iets waar andere grazers meestal niet aan beginnen. Vanuit Duitsland is onder andere bekend dat ze zelfs van grove den eten.

Het beheer van waterbuffels vraagt enkele aanpassingen. Het zijn zeer goede zwemmers, die zelfs voor een rivier als de Waal hun neus niet ophalen. Oevers dienen daarom te worden afgerasterd. Ook het sociale gedrag is anders dan van de andere runderen. De sociale structuur lijkt meer op die van het paard dan van het rund. Grappig zijn de knorrende geluiden die ze maken en onderling zijn het echte knuffeldieren die graag elkaars gezelschap opzoeken.

Waterbuffel baddert tussen jong riet in de Noordwaard