Damhert
Het damhert hoort van nature in ons land thuis, hoewel sommigen dit in twijfel trekken omdat de soort hier door de Romeinen zou zijn gebracht. Echter tussen de diverse ijstijden leefde deze hertensoort in centraal en zuidelijk Europa. Tijdens de ijstijden trok hij zich terug naar gebieden rondom de Middellandse Zee. Vervolgens is hij na de laatste ijstijd door de Romeinen weer meegenomen naar (onder andere) Nederland. Maar ook zonder de Romeinen had hij waarschijnlijk zijn weg terug naar Nederland gevonden. Uit opgravingen is inmiddels gebleken dat het om een inheemse soort gaat.
Publiekstrekker
Het damhert is net als het edelhert een intermediate feeder, maar heeft iets meer de neiging tot grazen. Ten opzichte van edelherten zijn ze een stuk kleiner, ze zijn meer dagactief en beter benaderbaar. Daardoor zijn ze een echte publiekstrekker voor tal van gebieden. De bronst valt in oktober.
Verschijningsvorm
Nu leven er verspreid over Europa damherten in het wild en bevolken ze, vaak met menselijke hulp, steeds meer nieuwe leefgebieden. In Nederland leven er verspreid over de Veluwe verschillende populaties en komen we de dieren steeds vaker in onze duinen tegen. De gestippelde vorm is de meest bekende verschijningsvorm van het damhert, maar daarnaast bestaan door genetische variatie ook geheel zwarte en zelfs geheel witte dieren. Variatie in kleur komt vermoedelijk door vroege domesticatie ten tijde van de Romeinen, het fokken van dieren door de mens en het veelal ontbreken van grote roofdieren die slecht aangepaste dieren uitselecteren. Veel populaties zijn ontstaan vanuit ontsnapte dieren vanuit hertenkampen.