Soortenrijkdom natuurgebieden Diemen groot ondanks vochtig voorjaar
De 'Zeehoeve', 'Overdiemerpolder' en 'Baai van Ballast' behoren op het lijstje van de kleinste gebieden die door grazers van FREE Nature worden begraasd. Ondanks het beperkte oppervlak en het lage aantal dieren, is de natuurwaarde van de gebieden, in bezit van Vattenfall Diemen, groot. Om de ecologische ontwikkelingen van deze drie gebieden te volgen, worden jaarlijks inventarisaties uitgevoerd. Op deze manier wordt er een duidelijk overzicht gecreëerd van de voorkomende flora en fauna: zo ook afgelopen jaar.
Dit jaar heeft geen makkelijke start: het voorjaar verliep ontzettend nat. Dit maakt dat een aantal vroegbloeiende planten het dit jaar niet gehaald hebben. Dat blijkt ook uit de inventarisatie: in de Zeehoeve werden 133 plantensoorten aangetroffen: zeven minder dan vorig jaar. In de Overdiemerpolder werden 124 plantensoorten gevonden, twee minder dan vorig jaar. Het zijn vooral vroegbloeiers die in de resultaten ontbraken, denk hierbij aan soorten als pinkterbloem, grote klaproos, sneeuwklokje em gevleugeld helmkruid.
Maar, er werden óók soorten gevonden die nog niet eerder zijn gespot. In de Zeehoeve groeit nu ook weer glad walstro, glanshaver, struisgras, zachte duizendknoop, moeraskers, gewone hennepnetel en slipbladige ooievaarsbek. Ook de Overdiemerpolder telt twee nieuwe soorten: egelboterbloem en trosvlier.
De Baai van Ballast blijkt uitzondering op de regel. Het gebiedje, dat wordt begraasd door slechts twee Schotse hooglanders, doet keer op keer verbazen. Er werden maar liefst 135 verschillende plantensoorten waargenomen: twee meer dan vorig jaar. Dit maakt dat dit gebiedje de grootste plantenrijkdom kent. Ook werden vijf nieuwe soorten gevonden: wilde liguster, boerenwormkruid, cipreswolfsmelk, dijkviltbraam en middelste teunisbloem.
Rijk aan vogels
De Zeehoeve, Overdiemerpolder en Baai van Ballast is zeer rijk aan vogels. In de Zeehoeve werden 39 soorten waargenomen, waarvan veertien soorten gebroed hebben. De Overdiemerpolder telde eveneens 39 verschillende soorten. Voor het eerst werd hier ook de fuut gespot.
Opnieuw is het de Baai van Ballast die het grootste aantal verschillende vogelsoorten telt: maar liefst 53, waarvan 21 soorten broedend zijn gezien. Voor het eerst werd hier een broedende braamsluiper waargenomen. Het is een bijzonder vogeltje dat relatief zwijgzaam is, behalve rond eind april. De mannetjes maken zogenaamde 'haantjesnesten' waarmee ze vrouwtjes verleiden om samen een nestje te bouwen. Slaagt het mannetje daarin, dan legt de soort een tot twee legsels per jaar, met zo'n drie tot zeven eieren per legsel.
Beter libellenjaar
Zoals te lezen in het nieuwsbericht van vorig jaar, was 2023 geen goed jaar voor de libellen. Gelukkig was dat dit jaar anders. Vroege soorten die vorig jaar niet waargenomen werden, hebben zich dit jaar wel weer laten zien. In de Zeehoeve werden ongeveer zestien verschillende libellen gezien, in de Overdiemerpolder dertien. De Baai van Ballast telde er achttien.
De ringslang en de vos zijn jaarlijks terugkerende soorten: ook dit jaar werden ze weer aangetroffen. Hoewel er niet specifiek op andere insecten wordt geïnventariseerd, zijn er toch een groot aantal verschillende bijen, vlinders en wespen waargenomen.
Grazen en snoeien
Iedere soort heeft (afhankelijk van lichaamsgrootte en spijsverteringsstelsel) een geheel eigen voedingspatroon. Zoals in het rapport van afgelopen jaar te lezen is, zijn Schotse hooglanders goed in staat om riet te eten. Dit komt doordat runderen herkauwers zijn, waardoor ze beter kunnen omgaan met moeilijk verteerbaar en celluloserijk voedsel. Er zijn echter ook planten en bomen die een afweersysteem hebben bedacht tegen vraat, in de vorm van doornen, netelharen, rozetvorming van de bladeren of gif. Door deze ‘verdedigingsmechanismen’ lukt het de meeste dieren niet om van de bladeren of bast te eten.
Door al deze aanpassingen zie je een diversiteit aan planten en bomen die het, ondanks de aanwezige groter grazers, voor lange tijd volhouden. Als er geen begrazing zou plaatsvinden, maken de hoogproductieve soorten vaak de dienst uit. Dit gaat ten koste van de laagproductieve soorten. Grazers eten de nieuwe bomen of planten soms al op voordat ze hun afweersysteem tot ontwikkeling hebben kunnen brengen. Door het inzetten van begrazing ontstaat er een gunstige concurrentiekracht tussen alle verschillende soorten grassen en kruiden.
Meer weten?
Nieuwsgierig naar het gehele inventarisatierapport (uitgevoerd door ecologisch adviesbureau Groene Vleugels) van de drie natuurgebieden? U leest het gehele rapport hier.