Inventarisatie natuurgebieden Diemen levert weer mooie resultaten op!
Al ruim 20 jaar ontwikkelt de natuur rondom de Vattenfall centrale in Diemen zich spectaculair. Natuurlijke begrazing is hier één van de drijvende krachten. Een iets hogere begrazingsdruk op de Zeehoeve zorgde ervoor dat diverse pionierssoorten hun plek in het gebied wisten te vinden, terwijl elders de rijkdom aan orchideeën toeneemt. Het aantal waargenomen vogelsoorten neemt nog steeds toe met waarnemingen als visarend, raaf, boomvalk en houtsnip en de terugkeer van broedvogels als de appelvink en spotvogel. Maar het absolute hoogtepunt is de terugkeer van de otter!
Sinds 1999 worden twee gebieden rondom de elektriciteitscentrale van Vattenfall (toen nog Nuon) in Diemen beheert met grote grazers: de Zeehoeve en de Overdiemerpolder. In 2017 is daar de Baai van Ballast aan de oostkant van de centrale bijgekomen. De gebieden worden op dit moment begraasd door Schotse Hooglanders van FREE Nature. Ieder jaar vindt er een inventarisatie plaats van de aanwezige flora en fauna en de effecten die de runderen hebben op de natuur. De focus ligt op (broed)vogels, planten en libellen, maar ook andere soortgroepen als zoogdieren en verschillende groepen insecten worden bijgehouden. Daarnaast zijn vorig jaar de resultaten op het gebied van planten en vogels sinds 2010 naast elkaar gelegd, wat mooie ontwikkelingen laat zien.
Zeehoeve (+/- 5 hectare)
De Zeehoeve heeft net als voorgaande jaren de grootste soortenrijkdom op het gebied van planten. In totaal zijn er dit jaar 149 soorten waargenomen. Dit is ongeveer 10 procent minder ten opzichte van 2020. Hier lijkt een duidelijk verband te zijn met de begrazingsdruk, die dit jaar hoger was dan in voorgaande jaren door het tijdelijk stallen van een kudde hooglanders. Er zijn veel nieuwe soorten voor het gebied gevonden die houden van een open bodem, terwijl veel algemene planten juist niet zijn waargenomen. Voorbeelden hiervan zijn pioniers als grote zandkool (Diplotaxis tenuifolia) en ringelwikke (Vicia hirsuta). Over de hele periode sinds 2010 is het aantal plantensoorten in de Zeehoeve redelijk stabiel gebleven, waar in de andere twee gebieden een duidelijke groei te zien is.
Op het gebied van vogels zijn er dit jaar in totaal 48 soorten waargenomen in de Zeehoeve. Dat is het hoogste aantal sinds 2010. Er zijn maar liefst 6 soorten voor het eerst gezien in het gebied en daar zitten spraakmakende vogels bij, zoals: boomvalk, raaf en houtsnip.
Overdiemerpolder (+/- 10 hectare)
De Overdiemerpolder is van 2004 tot en met 2008 door werkzaamheden niet begraasd en daardoor sterk verruigd. Daarna hebben Schotse Hooglanders weer hun intrek genomen in het gebied. In 2010, een jaar na de herintroductie, zijn 90 plantensoorten waargenomen. Sindsdien is dit aantal met ruim 44 procent gestegen tot een aantal van 130 soorten in 2021. Een opvallende soort van dit jaar is de brede wespenorchis. Deze is dit jaar voor het eerst sinds 2015 weer waargenomen in het gebied. De orchideeën leken met de komst van begrazing achteruit te gaan, maar vorig jaar bleek al dat ze juist in de Baai van Ballast waren teruggekomen. Daarnaast is het vrij zeldzame gevleugeld helmkruid weer aangetroffen. De laatste en enige keer dat deze soort hiervoor gevonden is in 2017.
Ondanks dat dit het grootste gebied is van de drie telt de Overdiemerpolder de minste vogelsoorten. Dit geldt voor zowel broedvogels als vogels die zijn waargenomen buiten de broedvogelmonitoring. De meest opvallende broedvogels dit jaar zijn de appelvink en spotvogel. De appelvink heeft van 2015 tot en met 2018 in het gebied gebroed. Na een afwezigheid van een paar jaar is deze soort dit jaar weer als broedvogel waargenomen. Dit is een bijzondere overeenkomst met de Baai van Ballast, waar deze soort in dezelfde jaren gold als broedvogel. De spotvogel heeft tot 2015 in de Overdiemerpolder gebroed. Daarna is deze soort niet waargenomen, tot vorige jaar. Nu geldt zij alweer 2 jaar als broedvogel en dit jaar zijn er zelfs 4 territoria gevonden.
Baai van Ballast (+/- 5 hectare)
De Baai van Ballast laat eveneens een grote stijging zien van het aantal plantensoorten sinds het gebied wordt begraasd door hooglanders. In 2015 is een eerste inventarisatie gedaan. Toen werd het gebied nog begraasd door schapen, die nog steeds worden ingezet om de omliggende dijkjes en het gebied tussen de Zeehoeve en Baai van Ballast te beweiden. Bij die inventarisatie zijn 85 soorten waargenomen. In 2017 zijn de grote grazers geïntroduceerd, in dat jaar zijn iets minder dan 100 soorten gevonden. Vanaf dat moment is de soortenrijkdom aan planten met bijna 40 procent gegroeid, dit jaar zijn er 136 soorten gezien.
Er heeft in vergelijking tot 2020 een grote verandering in soortensamenstelling plaatsgevonden. Qua aantallen zijn er dit jaar zeven soorten meer gevonden dan vorig jaar, maar er is een relatief groot aantal soorten bijgekomen en verdwenen. Zo zijn er 36 soorten gevonden die vorig jaar niet zijn waargenomen. Daarvan zijn er maar liefst 22 niet eerder gezien tijdens de inventarisaties. Hieronder vallen gewone dotterbloem, stijf havikskruid en moeraskers. Opvallend is dat deze laatste dit jaar in alle drie de gebieden voor het eerst is waargenomen.
De Baai van Ballast heeft de grootste diversiteit aan biotopen en dat is te zien in het aantal waargenomen vogels, het aantal vogelsoorten ligt het hoogst in dit gebied. Ook hier is net als bij de planten een flinke groei te zien. Dat geldt vooral voor het totaal aantal waargenomen vogels, het aantal soorten broedvogels is redelijk gelijk gebleven. Tijdens de eerste inventarisatie in 2015 telde het gebied 39 soorten, waarvan 35 golden als broedvogel. Dit jaar zijn er in totaal 62 soorten waargenomen. Tien daarvan zijn voor het eerst gezien, waaronder: blauwe kiekendief, visarend en waterpieper. Van alle vogels zijn er 35 soorten geteld tijdens de broedvogelmonitoring.
De boomklever is een opvallende aanwezige. Deze soort is in 2020 voor het eerst waargenomen in de Zeehoeve en Overdiemerpolder en dit jaar voor het eerst in de Baai van Ballast. Hij heeft dit jaar in alle drie de gebieden een territorium en in de Overdiemerpolder zelfs twee. De boomklever zat eerst vooral op de hoge zandgronden in het oosten van het land, maar begint zich langzamerhand wat meer te verbreiden over de laaggelegen delen.
Otter
Begin december kwam het nieuws dat na een halve eeuw de otter weer terug is in Amsterdam. Edo Goverse (projectleider RAVON) en Geert Timmermans (stadsecoloog Gemeente Amsterdam) hebben in samenwerking met Staatsbosbeheer onderzoek gedaan naar de otter in de Diemervijfhoek. Ook de Baai van Ballast behoorde tot het onderzoeksgebied. Na sporen zijn ook beelden van de otter op een wildcamera in dit gebied gezien.
Begrazingseffecten
Vraat is het primaire en meest duidelijke effect dat grote grazers hebben op een gebied. Natuurlijke begrazing brengt echter veel meer effecten met zich mee. Een voorbeeld is (om)vorming van bos. Zo eten runderen o.a. de bast van bomen, zoals op onderstaande foto genomen in de Baai van Ballast te zien is. Als de bast helemaal rondom is geschild, zal de boom op een gegeven moment afsterven. Staand dood hout is van grote ecologische waarde.
Aan de andere kant ontwikkelt bos doordat bij natuurlijk begrazing extensief wordt begraasd. Daardoor hebben jonge bomen en struiken in de zomer de kans om zich te ontwikkelen en te groeien. Braamstruwelen vormen de perfecte bescherming voor jonge bomen tegen begrazing, een zogenaamd kooieffect. Hieronder is te zien dat in de Overdiemerpolder wilgen de kans krijgen om groot te worden doordat er een zoom van braam omheen groeit.