Eerste inventarisatie natuurgebied Kanaalpark afgerond
Tussen Den Bosch en Rosmalen ligt het Kanaalpark, een aaneengesloten moerassig natuurgebied dat sinds augustus 2015 wordt begraasd door onze rode geuzen. De grote grazers remmen de bosontwikkeling en vormen een mozaïeklandschap waar insecten, vogels en planten van profiteren. Om de ecologische ontwikkelingen van het gebied te volgen, wordt er een jaarlijkse inventarisatie uitgevoerd. Dit maakt de voorkomende flora en fauna inzichtelijk en maakt het mogelijk om ontwikkelingen binnen het gebied op de voet te volgen. Kuddebeheerder Inge van der Horst en oud-medewerker Wouter Deelen werkten het afgelopen jaar aan de eerste volledige inventarisatie van het Kanaalpark en publiceerden onlangs hun rapport.
Het Kanaalpark sluit aan op bestaande natuurgebieden rondom de stad ‘s-Hertogenbosch en Rosmalen. Dit is De Groene Delta. Het park is onderdeel van deze regionale robuuste groenstructuur. Het gebied telt drie verschillende landschapstypen, maar de grazers zijn vooral te vinden op de komgronden.
De vroege inventarisatierondes brachten bijzondere resultaten. In totaal werden er 144 plantensoorten aangetroffen, waaronder de echte koekoeksbloem, bermooievaarsbek en de grote pimpernel. Die laatste is een belangrijke waardplant voor twee zeer zeldzame vlindersoorten: het pimpernelblauwtje en het donker pimpernelblauwtje. Jammer genoeg werden deze vlinders niet waargenomen. Waarschijnlijk komt dit omdat de gewone steekmier ontbreekt: het mierennest van deze soort dient als overwinter- en verpoppingsplek.
Aan vogelsoorten geen gebrek: meer dan 47 soorten werden in het gebied aangetroffen. De meest voorkomende broedende soorten zijn de grasmus, kleine karekiet, rietgors en blauwborst. Maar ook de bosrietzanger, dodaars, tuinfluiter en cetti's zanger weten 't natuurgebied te vinden.
Alles wat de bever nodig heeft
Het Kanaalpark biedt alles wat de bever nodig heeft: het is een overgangsgebied tussen land en water en voldoende voedsel en bouwmateriaal om een burcht te bouwen. In de jaren '80 werd de bever opnieuw geïntroduceerd in Nederland, nadat hij sinds 1826 niet meer was gezien. Inmiddels telt de soort honderden exemplaren en wordt hij bestempeld als een 'algemene soort'. Het afgelopen jaar werd de bever ook in het Kanaalpark waargenomen.
Bosopslag
Het voorkomen van al deze soorten is (deels) te danken aan de aanwezigheid van de kudde rode geuzen, die op dit moment elf dieren telt. Een groot deel van hun dieet bestaat uit eiwitrijke grassen, kruiden, takken en twijgen. Door de grote hoeveelheid voedsel, vooral in de zomer, blijven er meer dan voldoende bloemen staan voor insecten. In de winter brengen de grazers structuur aan in het gebied, door de bosopslag van populier en berk aan te pakken. Ze schillen de bast van de bomen en duwen kleine boompjes omver tijdens het schuren. De variatie in ruigte, struweel en open plekken met zachte overgangen die hierdoor ontstaat, biedt een perfect habitat voor de waargenomen vogels en insecten.
Meer weten?
Meer lezen over de waarnemingen die in het Kanaalpark zijn gedaan? Bekijk het inventarisatierapport hier.