Studente Meriam vertelt: Onderzoek naar gebruik wisentkadavers door gewervelde diersoorten
“Wereldwijd is er een snelle achteruitgang van de biodiversiteit aan de gang. Ook in Nederland is dit merkbaar. Eén van de manieren om dit tegen te gaan is begrazing door grote grazers, die vroeger van nature in het ecosysteem voorkwamen. Denk hierbij aan koniks, taurossen of wisenten. Volgens de Nederlandse wetgeving moeten deze grazers echter na hun dood verwijderd worden. Doordat de voedingsstoffen die de dieren opnemen gedurende hun leven uit het gebied verdwijnen, ontstaat er een onnatuurlijke balans. Aangezien het in de meeste gevallen verboden is om grote grazers te laten liggen na hun dood, is er weinig bekend over de wijze waarop andere gewervelde diersoorten gebruik maken van het kadaver en hoe kadavers vergaan in Nederland.”
Aan studente Meriam Ubachs de vraag om meer kennis over dit onderwerp te verzamelen. Als onderdeel van haar opleiding Bos- en Natuurbeheer aan Hogeschool Van Hall Larenstein bestudeerde Meriam de afgelopen maanden uren aan videomateriaal en deed daarnaast veldwerk op de Maashorst. In dit artikel vertelt ze meer over haar onderzoekresultaten én stage bij FREE Nature.
Kadavers
Meriam vertelt: “Het afbreken van kadavers wordt al lange tijd geassocieerd met één ding: ziekteverspreiding. Hoewel dit zeker een rationele angst is, zijn er ook veel positieve aspecten die kadavers met zich meebrengen. Zo zijn kadavers niet alleen voor dieren, maar ook voor de bodem van belang. Een levend dier is rijk aan nutriënten die na de dood weer in de bodem terecht komen. Vooral op voedselarme bodems zijn deze voedingsstoffen hard nodig. Ook vormen kadavers een groot deel van het voedsel van aaseters, zoals raven en vossen. Aaseters zorgen er onder andere weer voor dat deze grote hoeveelheid nutriënten verdeeld wordt over een groter stuk grond.”
“In een afgesloten gebied in het zuiden van de Maashorst loopt sinds enkele jaren een kudde wisenten rond. In augustus 2020 is hier een onderzoek gestart naar de afbraak van wisentkadavers. Bij de kadavers zijn wildcamera’s geplaatst die vast hebben gelegd hoe de kadavers zijn vergaan en wat voor diersoorten er allemaal op af kwamen. In totaal is er beeldmateriaal verzameld van zes verschillende wisentkadavers.”
Resultaten
“Door het beeldmateriaal te verwerken, literatuuronderzoek en veldwerk te doen, is er onderzocht wat de belangrijkste factoren zijn die invloed hebben op de soortensamenstellingen van gewervelde kadavergebruikers. De meest voorkomende dieren die vastgelegd zijn op de wildcamera’s waren vossen, raven, muizen en buizerds. Uit dit onderzoek is gebleken dat er twee belangrijke factoren zijn die invloed hebben op kadavergebruik door deze soorten”, concludeert Meriam.
“Als eerste is het seizoen van sterfte van het kadaver belangrijk. Zo hebben kadavers die in de zomer neergelegd worden een hogere insectenactiviteit, wat aantrekkelijk is voor insectenetende dieren, maar hierdoor vergaan ze ook sneller. Kadavers die in de winter zijn neergelegd vergaan langzamer. Zo is er langer vers vlees beschikbaar, wat aantrekkelijk is voor (grotere) vleesetende diersoorten. Als tweede is de bereikbaarheid van het kadaver van groot belang. Het moet bereikbaar zijn vanuit de lucht, vanaf de grond en vanaf het leefgebied van de dieren.”
Meriam: “Al met al kan er geconcludeerd worden dat ontzettend veel dieren gebruik hebben gemaakt van de kadavers en dat het veel voordelen met zich mee brengt om een kadaver te laten liggen.”
Leerzaam
Met die conclusie, beschreven in een gedetailleerd onderzoeksverslag, blikt Meriam terug op een leerzame stageperiode. Binnen haar opleiding heeft Meriam haarzelf gespecialiseerd in de richting ‘Toegepaste Ecologie’. “Van daaruit is ook mijn interesse ontstaan voor dit onderwerp. Roeland, directeur van FREE Nature en eveneens mijn stagebegeleider, had verschillende thema’s waar hij graag meer onderzoek naar zou willen laten doen.”
“Zijn onderzoeksvraag rondom de kadavers sprak mij meteen aan: ik wist er nog niet veel van, maar het thema heeft mij altijd al gefascineerd. Een andere student heeft het onderwerp eerder bekeken, mijn onderzoek is daar een vervolg op. Ik heb me vooral beziggehouden met de vergelijking in gebruik tussen de verschillende kadavers.”
Een onderzoeksstage lopen bij FREE Nature vraagt om flexibiliteit én zelfstandigheid. “Mijn stage duurde vijf maanden, waarbij ik vijf dagen per week stageliep. Ik wisselde af tussen werken vanuit huis, op school en op het kantoor in Beuningen. Ik heb erg veel beeldmateriaal verwerkt, waar zeker veel zelfdiscipline voor nodig is.”, lacht Meriam. “Gelukkig kon ik altijd bij mijn stagebegeleider terecht met vragen en kon ik sparren met andere collega’s en medestudenten op kantoor.”
“Ik had graag nog wel wat meer veldwerk willen doen, want dat is toch wel het leukste om te doen. Wel gaf de stage me de mogelijkheid om af en toe mee te lopen met mensen van de Gemeente, Staatsbosbeheer, maar ook met FREE Nature-beheerder Arjen.”
Haar mooiste moment tijdens het stage? “Dat was toch wel toen ik werd verrast door een passerende dassenfamilie tijdens het veldwerk. De jonge dasjes zien rondlopen was toch wel echt heel mooi”, vertelt ze met een glimlach. Nieuwsgierig naar het filmpje van deze bijzondere ontmoeting? Je kunt hem terugvinden in onze stories op Instagram!